Inhoudsopgave
De operatie
De operatieroute
Het herstel
Nazorg voor thuis
Wat moet u weten als u weer thuis bent?
Tot slot
Binnenkort wordt u op etage C2, kamer 17 t/m 31, van het St. Elisabeth Ziekenhuis opgenomen voor een operatieve kaakorthopedie. Op deze pagina leest u informatie over de verpleegkundige zorg die u voor en na de operatie in het ziekenhuis krijgt.
De operatie
Wat is het doel van de operatie?
Operatieve kaakorthopedie, ook wel osteotomie genoemd, is een onderdeel van de MKA-chirurgie. Door een operatie is de kaakchirurg in staat de positie van één of beide kaken te corrigeren. Het doel van een dergelijke ingreep is een goed evenwicht te verkrijgen tussen de positie van boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar, voor een goede kauwfunctie en een fraai uiterlijk.
Afhankelijk van de soort afwijking duurt de operatie één tot enkele uren.
Wat gebeurt er bij een kaakorthopedie?
De operatie kan plaatsvinden aan alleen onder- of bovenkaak, of tegelijk aan beide kaken. Dit hangt af van de soort afwijking en is in het voortraject met u besproken.
De operatie gebeurt vanuit de mond. Er komen dus geen uitwendige littekens.
De kaakchirurg zet de verplaatste botdelen op de gewenste positie vast met plaatjes en schroefjes van titanium. Deze plaatjes kunnen blijven zitten, tenzij u er last van krijgt. De hechtingen in de mond lossen binnen drie weken op.
Uw verblijf in het ziekenhuis is afhankelijk van de ingreep en de snelheid van uw herstel. Het varieert gemiddeld tussen de 1 en 3 dagen.
Complicaties
Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op complicaties. Meestal hangen complicaties samen met de soort afwijking waaraan u geholpen wordt en de grootte van de ingreep. Bij een operatieve kaakorthopedie komt het voor dat tijdens de operatie de gevoelszenuw voor de onderlip beschadigd wordt.
Het gevolg kan zijn dat het gevoel in uw onderlip tijdelijk of soms voor altijd verdwenen is. Mogelijke andere oorzaken van complicaties heeft uw behandelend arts al met u besproken. Als u alsnog vragen hebt, kunt u die altijd aan de arts stellen.
De operatieroute
Dag van opname
Voordat u op de afdeling komt voor opname, zijn er waarschijnlijk poliklinisch al wat onderzoeken gedaan, zoals bloedonderzoek en urineonderzoek. Indien de arts dit noodzakelijk vindt, is er ook een hartfilmpje (ECG) of een longfoto gemaakt.
Als u op de verpleegafdeling komt, houdt een verpleegkundige een opnamegesprek met u. In dit gesprek komen onder andere de reden van opname en het te verwachten verloop van de opname aan de orde. U krijgt ook informatie over de gang van zaken op de afdeling. Verder wordt uitleg gegeven wat u deze dag nog te wachten staat. U krijgt eventueel een rondleiding op de afdeling.
De operatiedag
Voor de operatie moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure ‘Nuchter voor operatie? Ja, maar niet te lang’. Deze hebt u gekregen bij uw polikliniekbezoek of bij het pre-operatief spreekuur. U dient u te houden aan deze richtlijnen.
Voordat u geopereerd wordt, krijgt u een tabletje zodat u rustig en ontspannen naar de operatiekamer gaat. Een verpleegkundige geeft u een injectie in uw bovenbeen. Dit veroorzaakt een droge mond, omdat de injectie de speekselproductie remt. Vanaf vandaag krijgt u éénmaal daags een injectie om trombose (bloedstollinkjes) te voorkomen.
Alle sierraden en/of prothesen moet u af en/of uit doen. U mag ook geen make-up en nagellak op hebben. De anesthesioloog kan op die manier tijdens de operatie uw natuurlijke kleur zien. U krijgt een operatiehemd en een papieren operatiebroekje aan. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht.
Na de operatie
Direct na de operatie blijft u op de uitslaapkamer totdat u goed wakker bent, waarna u teruggaat naar de verpleegafdeling of in sommige gevallen naar de afdeling Intensive Care.
In uw arm hebt u een infuus. Hiermee krijgt u vocht en/of medicijnen toegediend. Ook hebt u een maagsonde. Dit is een slangetje in uw neus dat via de slokdarm naar de maag loopt. Dit slangetje voert maagsappen af en voorkomt zo misselijkheid en braken.
Met een ander slangetje kan indien nodig bloed uit de mondholte gezogen worden. Uw kaken zitten met elastiekjes of soms met staaldraden vast. Uw arts heeft dit tevoren met u doorgesproken.
Het herstel
De eerste dag na de operatie
Bij de verzorging krijgt u indien nodig hulp van de verpleegkundige. Samen overlegt u wat u zelf gaat doen en waar u hulp bij nodig denkt te hebben. Ook prikt de verpleegkundige mogelijk bloed om uw bloedgehalte te controleren. Meestal mag de maagsonde worden verwijderd en mag u starten met vloeibare of zachte voeding. Ook mag u uit bed en rondlopen.
Na de operatie is uw gezicht gezwollen. De eerste drie dagen na de operatie zal deze zwelling nog toenemen, maar daarna geleidelijk afnemen. In de loop van de dag komt de kaakchirurg bij u langs of wordt u opgeroepen om naar de polikliniek te komen. Uw arts maakt dan verdere afspraken met u.
Zeker in het begin zal het tandenpoetsen problemen opleveren. Daarom krijgt u een dag na de operatie, een spoelvloeistof om uw mond te spoelen. Na een paar dagen kunt u gewoon uw tanden poetsen met een kindertandenborstel. Bij het tandenpoetsen hoeft u niet bang te zijn voor de aanwezige hechtingen. Regelmatig poetsen is zelfs beter voor de wondgenezing.
Tweede dag na de operatie
U krijgt vloeibare of zachte voeding. Als u voldoende drinkt en geen medicijnen meer via het infuus krijgt, wordt het infuus verwijderd. U kunt dan waarschijnlijk naar huis.
Nazorg voor thuis
U voelt zich elke dag wat beter en kunt steeds meer zelf doen. Omdat u een aantal weken andere voeding moet gebruiken, is het belangrijk dat u een aantal dieetadviezen krijgt. Uw behandelend arts zorgt dat er tijdens de opname een diëtist bij u langskomt of u krijgt voedingsadviezen mee. Ook bespreekt de arts het verder verloop van de opname met u. Hij zorgt ervoor dat u minstens één dag van te voren weet wanneer u met ontslag gaat. U krijgt van hem een afspraak mee voor een poliklinisch bezoek en een recept voor mondspoelvloeistof en pijnstillers.
Wat moet u weten als u weer thuis bent?
De meeste patiënten zijn na thuiskomst nog één à twee weken uit de roulatie. U zult merken dat u snel vermoeid bent. Zorg dan ook dat u regelmatig rust neemt en voorkom tot de eerste poliklinische afspraak zwaar huishoudelijk werk en ander zwaar lichamelijk werk. Rustige sporten kunt u wel uitoefenen, maar contactsporten moeten de eerste zes weken vermeden worden.
Indien u langere tijd vloeibare voeding moet gebruiken, volgt u zoveel mogelijk de tips en adviezen van de diëtist op, zodat u een volwaardige voeding krijgt. Vaak moet u daarvoor meerdere keren per dag eten en daarna uw mond reinigen.
Tot slot
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw behandeld arts, de verpleegkundigen of u neemt contact op met de polikliniek MKA-chirurgie.
Deel uw ervaringen!
Heeft u deze behandeling ondergaan?
Deel dan hier uw ervaringen met andere patienten
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!